Mijn werken zijn eigenlijk eindeloze laagjes bezinksel.
Bezinksels van in de tijd opgedane beelden voortgekomen uit mijn omzwervingen, die op hun beurt zijn neergeslagen op mijn werk.
In vele dunne laagjes die samen kristalliseren tot een nieuw beeld, waarin delen van de oorsprong nog zichtbaar zijn.
Deze laagjes worden opgewerkt tot een huid liefst doorleeft en verweerd. Een huid waarin al deze afgesleten laagjes opnieuw betekenis geeft aan wat ik meerder al opmerkzaam vond. Of opgeslagen heb, eigengemaakt door het zelf te beleven, te voelen en te zien. Flarden uit mijn herinneringen, beelden, de sfeer van een plek zijn geur, de kleur van het licht of de beweging van een boom. Vaak oude verweerde geƫrodeerde vormen. Nooit letterlijk herkenbaar maar meer als een na-ijlend beeld.
Ik zoek niet naar de herkenbaarheid, maar eerder naar het verlies van de vertrouwde betekenis, waarbij het werk nog wel herinnert aan de bron. Het is als herhalen van een zin, de betekenis ebt ervan weg, terwijl men de zin nog wel kent.